Jante Baarssen-Schraal (1900 – 1998) was de laatste dodenaanzegster van Urk. In zwarte kleding, met een rouwhoedje bovenop haar hulletje, liep ze van huis naar huis. Op elk adres liet ze weten wie er was overleden en wanneer de begrafenis zou plaatsvinden. Ze was de laatste in een lange rij van aanzeggers. En ook de meest bekende.
Dit verhaal is onderdeel van de artikelserie ‘M’n bessien ad un botter’, eerder gepubliceerd in Het Urkerland van 20 december 2021.
Toen Anja Keuter-Kapitein al tien jaar lang de administratie van de UK 146 en ZK 38 verzorgde, stelde de accountant voor dat ze mede-eigenaar van de VOF zou worden. “Ik kan makkelijk aantonen dat jij een belangrijke bijdrage levert”, zei hij. Sindsdien is Anja onderdeel van de ‘Gebroeders Keuter’.
Dit verhaal is onderdeel van de artikelserie ‘M’n bessien ad un botter’, eerder gepubliceerd in Het Urkerland van 20 december 2021.
De kerst van 1947 was voor Lubbetje Koffeman-Korf (1897-1985) een zeer moeilijke tijd. Haar man, Geert Koffeman, was zojuist aan darmkanker overleden. Lubbetje had negen monden te voeden en verzorgde ook nog haar vader, die bij haar inwoonde. Haar enige bezit was een huis en een ‘ouwe, lekke botter’. Bijna 75 jaar later blijkt zij mede-grondlegger van een visserijbedrijf met 26 moderne kotters te zijn geweest. Hoe deed ze dat? Dochters Tjerkje en Marrie vragen het zich nog regelmatig af.
Lubbetje met haar zes dochters, staand, vlnr: Tjerkje, Marretje, Aaltje en zittend: Hendrikje, Elisabeth en Truitje
Dit verhaal is onderdeel van de artikelserie ‘M’n bessien ad un botter’, eerder gepubliceerd in Het Urkerland van 20 december 2021.
De eerste Urker vrouw die een vissersschip liet bouwen was Dirkje Koffeman (1880 – 1944). Zij was getrouwd met Jacob Snoek, zoon van robbenvanger en ijskeldereigenaar Hessel Snoek. Jacob was vaak ziek en overleed in 1927. Het was crisistijd en de zoute tijd zou binnenkort voorbij zijn. Hoe zag de toekomst van Dirkjes zes kinderen eruit?
Dit verhaal is onderdeel van een artikelserie en is eerder gepubliceerd in Het Urkerland van 20 december 2021.
Sinds jaar en dag zijn Urker vrouwen als ‘walschippers’ nauw betrokken bij de visserij. Tenminste achttien vrouwen werden – soms tegen wil en dank – eigenaar van een botter of kotter. Wie waren deze vrouwen die met een bewonderingswaardig veerkracht vissersbedrijven in leven hielden en soms zelfs uitbouwden? Lucia de Vries ging op onderzoek uit.
Op 1 november 1570 trof het eiland Urk een ware ramp. Enorme vloedgolven, hoger dan die in Zeeland tijdens de Watersnoodramp van 1953, beukten tegen de noordwestkant van het eiland, net zolang tot het dorp Espelo vrijwel geheel in zee verdween. De kapel overleefde de storm maar lag nu op een eilandje voor de kust. Er zat voor de gelovigen niks anders op dan wekelijks de rokken en broekspijpen omhoog te trekken en wadend naar de kerk te gaan.
Kerkgangers onderweg naar de kerk van Espelo (aquarel door Willem Blok)
Een bezoekje aan tropisch eiland Urck? Een paar eeuwen geleden kon dat nog. Een prachtig eiland was het. In het oerwoud zwierven papagaaien en paradijsvogels, exotische vlinders, orchideeën, apen, koeskoes buideldieren en reuzenschildpadden. In de kleurrijke koraalriffen vond men scholen schorpioenvissen, tonijn en haaien.
Korstiaan de Boer zwemt wekelijks tien kilometer. Hij popelt om aan de Overijsselse Merentocht mee te doen. | beeld Lucia de Vries
22 augustus 2019, 03:00
Zwemkampioen Korstiaan de Boer duikt donderdagmorgen samen met 23 andere sporters het kanaal in om in estafettestijl de 200-kilometer lange Overijsselse Merentocht te zwemmen. Net als Maarten van der Weijden halen de leden van zwemclub Steenwijk ‘34 geld op voor KWF Kankerbestrijding.
Photographer Stephen Champion goes from covering war between men to war on nature
Photo Willemijn Van Kol
Where to go after the war is over? Many photographers and reporters are confronted with this question after documenting violent conflicts. For Sri Lanka-based British photographer Stephen Champion (above) the answer was obvious: to nature. Or more precisely, to the war being waged on nature in the island.
Stephen Champion was only 25 when he witnessed a man being torn to pieces by a bomb. He did not do what was expected of him: focus his camera and shoot. He crouched down and wept. Lees verder