Dit artikel is onderdeel van een reeks over 60 jaar boomkorvisserij op Urk, in augustus 2023 gepubliceerd in Het Urkerland en Visserijnieuws. Lees de andere artikelen hier, hier en – last but not least – hier.

De UK 48 schakelde ruim 60 jaar geleden over op de boomkorvisserij, maar in feite is deze methode al eeuwenoud en niet onbekend bij de Urker vloot.

Oud-vissers Jurie van den Berg en Meindert de Boer beschreven de geschiedenis. Jurie: ,,Al in de middeleeuwen werd met schrobnetten gevist, de voorlopers van de boomkor. Mijn grootvader Jurie had in zijn jeugd op de Zuiderzee met deze netjes gevist, die ze toen Engelsmannetjes noemden.”

Zo werden de bomen in eerste instantie aan de giek bevestigd (Jurie van den Berg)

De Urkers waren niet de eersten die deze methode herintroduceerde en moderniseerden. Dat waren de Wieringers, die met boomkor op garnalen visten. Dirk Zegel uit Harlingen was de eerste die de boomkor in de winter inzette voor platvis. De UK 48 was echter wel de eerste grotere kotter (190 pk) die op de Noordzee succesvol experimenteerde met de boomkor.

Nadat de UK 61 het voorbeeld van de UK 48 besloot te volgen, had grootvader Jurie van den Berg aan één woord genoeg. ,,Hoe lang wordt de stok?’’, vroeg hij. ,,Dan maak ik wat Engelsmannetjes.’’

De gieken konden het gewicht van de bomen vaak niet dragen en moesten in het weekend weer recht worden gebogen (Jurie van den Berg)

Ongeschikte kotters

Meindert de Boer maakte die gevaarlijke beginperiode als 15-jarige persoonlijk mee: ,,De kottertjes uit die tijd waren in feite totaal niet geschikt voor de boomkor. Ze waren maar eenentwintig meter lang en iets meer dan vijf meter breed. Met een stabiliteit van lik-me-vestje. De mast was van hout en de visgieken stonden in de 45 graden stand tijdens het vissen. De winch voor het visdraad was met twee rollen niet geschikt, dus de gieken konden niet horizontaal. Levensgevaarlijk, want je had nog geen stuurtouwen en geen autopilot.’’

Jurie: ,,In de beginperiode maakte je stunten mee. Het materiaal was hopeloos. De gieken en de korren waren te dun en gemaakt van licht materiaal en verbogen constant. Metz had een vast team dat niks anders deed dan op zaterdag kromme gieken en korren rechtbuigen. Ook werden er heel wat netten verspeeld en gingen er heel wat uren in het breien en boeten zitten. De bokkenvisserij werd ook wel brokkenvisserij genoemd.”

Een nieuwe giek (Jurie van den Berg)

De ‘brokkenvisserij’ werd veel vissers noodlottig. In de jaren 1966 tot en met 1969 vergaan er vijf Urker boomkorkotters, elk met vijf bemanningsleden: de UK 58, UK 223, UK 154, UK 91 en UK 204.

Met vallen en opstaan werden de problemen opgelost. De houten en ‘slappe’ masten werden vervangen door sterk staal; dubbele voormasten en achtermasten deden hun intrede. Aanscherping van de stabiliteitseisen zorgde voor verdere verbetering.