
Anno 2023 hakt de saneringsronde er flink in, ook op Urk. Een 25-tal Urker kotters is of wordt gesloopt en zal voor de Kerst als oud ijzer bij Tata Steel te vinden zijn. Het einde van een bijzonder tijdperk, met als hoogtepunt het Wonder van Urk en als dieptepunt de perfect storm veroorzaakt door de combinatie Brexit, Noordzeeakkoord, pulsverbod, corona, sterk gestegen brandstofprijzen en geslonken platvisvangsten. Tijd voor een blik terug.
Wanneer kwam de boomkorvisserij eigenlijk naar Urk en wat was haar succesformule, zes decennia lang? Hoe kijken de pioniers erop terug?
Van de eerste bokkers kan Jelle Bakker (88) het als een van de weinigen nog navertellen. Het lopen gaat hem slecht af, maar Jelle en zijn vrouw Neeltje kunnen zichzelf nog goed redden in hun huis in de Arubastraat. Van het gezin van vader Riekelt Fokkesz Bakker en Hiske Jacobs Woord zijn zes kinderen overleden; Jelle en zijn zus Luutje zijn als enigen overgebleven. Jelle was twaalf toen hij in 1947 als opstappertje aan de slag ging. Hij stapte in de laarzen van vader Riekelt en zijn oudere broers Jacob en Fokke.

,,Wij waren inderdaad de eerste bokkers van Urk”, vertelt Jelle. ,,Dat hebben we aan Japien Dood van de VD 19 te danken. Wij visten wel eens met hem in span, hele leuke mensen waren dat. Ergens in het voorjaar van ’62 schoten we tegelijkertijd aan bij de afslag van IJmuiden. We zagen dat hij veel meer vis aan boord had dan wij. Je snapt wel, we hadden geen rust tot we wisten hoe het zat. Het kwam door zijn nieuwe vistuig. Japien had netten aan beide kanten; hij at dus van twee walletjes.’’
Schipper Jacob Bakker bedacht zich geen moment. Wij laten er ook bokken op zetten, zei hij. De vangst werd gelost en er werd meteen naar Urk gestoomd. Het was dat er geen telefoon aan boord was, anders was Scheepswerf Metz al even ingelicht.

Van sanering naar innovatie
De familie Bakker viste op dat moment met de nieuwe UK 48, de ‘Nova Cura’, gebouwd in Hardinxveld in 1959. De familie had meegedaan aan een saneringsronde, waarbij de IJsselmeervergunning was ingeleverd. De UK 48 kon nu niet langer beugen of kuilen op het IJsselmeer en zwierf net als de meeste Urker schepen overal op de Noordzee.
Zolang er haring was ‘om de Zuid’, bij Breskens, reisden de Bakkers af naar Zeeland. Maar ze deden ook aan bordenvisserij boven de Waddeneilanden en aan snurrevaad (snorren) langs de Noordzeekust. De visserij op de Noordzee was zeer wisselend. ,,We visten van maandag tot zaterdag. Soms vertrokken we zondagnacht al, maar ook dan kwam je evengoed soms met een karig loontje thuis’’, herinnert Jelle zich.
Bij Scheepswerf Metz aangekomen werd er eerst een schets gemaakt. De borden gingen van boord en op de werf ging men aan de slag met het maken van twee gieken aan de voormast, bomen, schoenen en wekkers. Neeltje Bakker-Woord kan het zich nog goed herinneren: ,,Jelle en z’n broers lagen een paar weken in de haven. Als ik dan even langs kwam hoorde ik de mensen spotten: ‘Dat verdagt omme’. Het leek er toen echt niet op dat alles en iedereen het voorbeeld zou volgen.’’

Vader Riekelt, op dat moment walschipper, was positief. Jelle: ,,Mijn vader kon alles maken wat hij zag. Hij was een pikeneur in het nettenmaken. Dus hij had al snel twee nieuwe netjes gebreid.’’
De UK 48 experimenteerde de eerste week met het nieuwe tuig voor de kust van IJmuiden met het nieuwe tuig. Dat viel nog niet mee. ,,Het was geen schone visserij, zoals met het snorren. Dan had je prachtige vis, zonder puf of zand. Nu kwam er ontzettend veel slik mee. Dus je was lang aan het schoonmaken’’, aldus Jelle.
Zonder gevaar was het ook niet: ,,Je kon zo een net verspelen, want we liepen nogal eens vast. In de grond, dan moest je heel voorzichtig achter- of vooruit om los te komen. Of achter een wrak, dan hakte je meteen de vislijn door, want anders werd je omgetrokken. Maar je ving wel!’’ Een ander voordeel was dat er niet meer zo hard gesjord hoefde te worden: ,,Je hoefde geen zware korren meer binnen te halen.’’

De eerste besomming was zo’n honderd gulden. De hele vloot keek over de schouders van de Bakkers mee.
Jé van het
De UK 48 ging experimenteren met zwaardere kettingen, om nóg meer platvis te kunnen vangen. De besommingen bleven goed. Toen de UK 61 een nachtje mee viste ving deze 270 kilo tong, terwijl de UK 48 niet minder dan 800 kilo scoorde. En dat terwijl de UK 61 275 pk inzette, tegenover de UK 48 met 190 pk. Genoeg reden voor de familie Van den Berg van de UK 61 om ook meteen naar Metz te stomen. Al snel volgden de UK 114, UK 119 en UK 38. Binnen anderhalf jaar was de hele vloot omgeschakeld. Boomkor was nu jé van het.
Bij de scheepswerven regende het al snel bestellingen voor nieuwe kotters. ,,Urk is er groot mee geworden’’, zegt Jelle nu. ,,De vissersvrouwen zetten hun inboedel bij de strontkar’’, zegt Neeltje, ,,alles moest nieuw en glimmen. De visserman was ineens alles, de rest telde niet meer mee.’’
Jelle heeft tot zijn 60e enorm genoten van het vissen. ,,Ik was op en top visserman. Ik ben altijd met plezier naar boord gegaan. Wat me het meest aansprak was de vrijheid. Niemand boven je. Je voer de haven uit en je bepaalde zelf waar, hoe lang en hoeveel je viste.’’
Omdat broer Fokke met drie zoons verder wilde liet Jelle zich zo’n twintig jaar geleden uitkopen. ,,Het ging me aan het hart, maar mijn jongens hadden niks met de visserij.” vertelt hij. ,,Dat hebben ze van mij’’, bekent Neeltje. ,,Ik was geen echte vissersvrouw. Ik had liever dat Jelle ’s maandags thuisbleef.’’
Jelle werkte nog een paar jaar in de afslag maar moest na een ongeluk gedwongen stoppen. Hij is met zijn scootmobiel echter nog bijna dagelijks op de haven te vinden. Een praatje met IJsselmeervissers. Maar: ‘Beugers worden geen borders’ – het is een ander soort visserman. En van zijn leeftijdsgenoten is bijna niemand meer over.
Moord op de visserman
Wat vindt Urks eerste bokker van de huidige ontwikkelingen? Jelle, fel: ,,Het is moord op de visserman. Van de vrije zee is niks meer over. Alle initiatief wordt weggerukt. De zee wordt vol gezet met paaltjes: verboden toegang.’’ Neeltje heeft vooral moeite met het feit dat straks camera’s aan boord verplicht worden: ,,Ze behandelen je als een crimineel.’’
De Bakkers hebben samen met andere vissersgeslachten het fundament gelegd voor het Wonder van Urk. ,,We hebben het met gevouwen handen gedaan’’, concludeert Jelle. ,,We hebben veel meegemaakt. Mijn beste maats zijn verdronken, dat vergeet je nooit meer. Elke kotter was een eiland, maar echte liefde bouwt. We zijn er met z’n allen altijd weer uitgekomen.’’
Zal Jelle het nog meemaken dat de boomkor als bodemberoerende visserij wordt verboden? Dat zou zo maar kunnen. Dan kan hij zich zowel onder de eerste als laatste bokkers scharen. Zo snel kan het gaan.

UK 48 zag alles voorbijkomen
De huidige UK 48 ‘Nova Cura’ is in handen van twee kleinkinderen van Riekelt Bakker: de gebroeders Riekelt en Jacob, die allebei op de box werken. Hun broer Gerben vist nog, samen met vier jongens van Riekelt en een van Jacob.
De UK 48 is niet aangemeld voor sanering. Het schip, waarvan het casco in 1967 als UK 64 werd gebouwd, heeft inmiddels alles voorbij zien komen. Helemaal in de geest van Riekelt sr en zoons blijft de bemanning vernieuwen. In de jaren ‘70 schakelde de UK 48 over op span- en kabelvisserij. In 2000 werd het schip klaargemaakt voor twinrig- en in 2007 voor flyshootvisserij, een moderne variant van de snurrevaad. Terug naar de ‘schone’ visserij, waar oom Jelle in 1962 nog wel eens naar terugverlangde.
De UK 48 heeft een vergunning voor visserij in Het Kanaal en zet zoveel mogelijk in op quotumvrije vissoorten als inktvis, poon en mul. Momenteel zijn de verdiensten goed. ,,Maar dat kan morgen veranderen, als er weer een nieuw verbod en regel wordt bedacht. We vissen met wisselend getij”, aldus Jacob.
Dit artikel is onderdeel van een reeks over 60 jaar boomkorvisserij op Urk, in augustus 2023 gepubliceerd in Het Urkerland en Visserijnieuws. Lees de andere artikelen hier, hier en – last but least – hier.
Geef een reactie