Het dagboek van Joeks Gerssen

Het was tijdens de viering van 75 jaar Bevrijding dat Judith de Vries-Oost zich ineens iets herinnerde. Het was een vreemde tijd: Nederland was in lockdown. Ook Judith zat gedwongen thuis. Het deed haar denken aan verhalen over de oorlog, toen de bewegingsvrijheid beperkt was en er sprake was van voortdurende dreiging. Had ze daarover niet iets over gelezen in het dagboekje van haar oma, Joeks Idzerda-Gerssen?
Na wat zoekwerk trof ze de Agfa agenda aan. Volgeschreven met korte notities. Niet altijd goed leesbaar, maar met zinnen die Judith raakten. Naarmate ze de pagina’s ontcijferde kreeg ze steeds meer inzicht in het leven en het karakter van haar oma als tiener. Er ontstaat een bijzonder verhaal, over ziekte en isolatie, oorlogsgeweld en een schijnbaar wanhopige liefde.
Judith: “Ik was heel erg close met mijn oma. Mijn vader moest voor zijn gezondheid elk jaar een maand kuren in Israël en dan trokken opa en oma voor vier weken bij ons in. Oma Joeks zei tegen me: ‘Je binnen un zunnetjen mit iel vuul stroaltjes’. Het is heel kostbaar om je zo geliefd door iemand te voelen.”
Knappe meid
Jacobje (Joeks) Gerssen wordt op 13 november 1926 als jongste van vijf in het gezin van timmerman Hendrik Gerssen en Ede de Boer geboren. Ze groeit op in het ouderlijk huisje op Wijk 1-50, met aan de voorzijde uitzicht op de Bethelkerk en aan de achterzijde op de werf van Roos en de Westhaven. Een knappe meid is ze, met een klassiek profiel, helderblauwe ogen en blonde krullen.

Als ze aan het begin van de oorlog met een vriendin over de haven wandelt ziet Joeks een knappe jongen staan. Haar vriendin Gré port haar in haar zij: “Dat is een lekker jongetjen, daar op die boot.” Joeks reageert geïrriteerd. Maar ze is geïntrigeerd. De jongen heet Rikus Idzerda. Zijn moeder, Ida van Urk, werkte ooit als dienstmeisje in Amsterdam, waar ze bloemenman Gijsbert Idzerda tegen het lijf liep. Rikus helpt zijn vader bij het bloemen venten. Als hij vanaf de De Ruyterkade met een Urker botter een lift kan krijgen komt Rikus naar Urk, en logeert daar bij zijn bêbe en bessien.
De vonk slaat over en Joeks en Rikus krijgen verkering. Ondank het feit dat het Duitse leger Nederland is binnengevallen lijkt het leven de verliefde pubers toe te lachen. Maar dan neemt Joeks leven een onverwachte wending.

Op 16-jarige leeftijd wordt zij getroffen door TBC. De ziekte is uiterst besmettelijk en levensgevaarlijk. Vanaf begin juni 1943 moet Joeks in isolatie, op haar slaapkamertje. Ze mag haar bed niet uit en mag van de dokter zelfs niet rechtop zitten.
Dit is als ze in een Agfa agenda aantekeningen begint te maken. Vanuit haar bed probeert Joeks de ontwikkelingen zoveel mogelijk te volgen. Het wereldnieuws wordt op hele kleine schaal in het dagboek gedocumenteerd.

Lichte toon
In eerste instantie zijn Joeks berichten licht van toon. Het ‘pinkstervolk’ is weer vertrokken, Urker voetballers wonnen met 6-1 en ‘voor de kerk nog een boot met voetballers gekomen’.
Joeks heeft tijdens haar lange dagen in bed alle tijd om over Rikus na te denken. ”’Ik verlang naar je handen en je omhelzingen”, schrijft ze.
Langzaam maar zeker worden de berichten grimmiger.
14 juni 1943 – Bet van Jan van Rika is bij ons te werken. Mijn hartsvriendin Gré Bakker gaat maandag naar Enkhuizen te dienen. Iedereen verlaat me.

16 juni 1943 – Gisteravond 11.30 lijk aangebracht, een Engelsman.
17 juni 1943 – Ds en mevr Pietersma op bezoek. Deze dag zal ik nooit vergeten. Ik heb zoveel gehoord dat diepe indruk op me maakte. Nu zit Joeks Bakker bij me te naaien.
Rikus is nu voornamelijk in Amsterdam te vinden. Er komen strubbelingen in de relatie; er blijkt een ander meisje in het spel. Vanuit haar bed in Wijk 1 krijgt Joeks het een en ander mee van wat er zoal in de hoofdstad gebeurd. Gelukkig zijn er mensen die het voor haar opnemen.
18 juni 1943 – Mijn zuster is bij Rikus zijn opoe geweest om me te verdedigen wegens sabotage van een foto voor zijn andere meisje. Toch heb ik weer een beetje moed gekregen.
Terwijl Joeks heen en weer wordt geslingerd tussen hoop en wanhoop en haar hartsvriendin Gré afscheid komt nemen omdat ze gaat dienen in Enkhuizen, komt de oorlogsdreiging letterlijk dichterbij.
29 juni 1943 – Duitse soldaten over de dijk gekomen om jongens op te halen. (Prinses) Margriet gedoopt. UK 218 lijk aangebracht. Veel bezoek gehad.

3 juli 1943 – Twee Duitse vliegmachines kwamen erg laag over. Fabrieken in de Koog zijn beschoten. Het nichtje van Jellie Gruis is doodgeschoten. Jan en Jellie zijn op Urk.
5 juli 1941 – Een Elburger botter is met drie lijken aangebracht, vermoedelijk Engelsen. Er zijn ballonnen uitgegooid.” (vermoedelijk rood-wit-blauwe, als protestdaad)
Joeks mag dan dag in dag uit in bed liggen, ze wordt niet vergeten. Uit het dagboek blijkt dat ze bijna dagelijks bezoek krijgt. De dominee komt langs, ooms en tantes, buren, eigenlijk heel Urk. En ze blijven komen, de een met een sinaasappel, de ander met een boek. Joeks weet mensen aan zich te binden.

Onverwachts bericht
Op 10 juli is er een onverwachts bericht.
10 juli 1943 – Riek is naar Rusland vertrokken.
Joeks kersverse vriend is inderdaad naar het Oostfront vertrokken. Hoe precies weet zij niet. Iemand schijnt Rikus een hak te hebben gezet en hem aangemeld als soldaat. Weet Joeks dat in Rusland de grootste militaire confrontatie uit de wereldgeschiedenis plaatsvindt? Hitlers bloedige veldtocht in de Sovjet zal naar latere schattingen aan 30 miljoen mensen het leven kosten.
In juli meldt Joeks dat Duitse soldaten per boot, en drie dagen later over de dijk arriveren ‘om jongens op te halen’. Sommigen weten onder te duiken, anderen zijn te laat.
Op 23 juli heeft de dokter bloed afgetapt en schrijft ze: “Ik verlang zo naar Rikus.”
Begin augustus komt de dagboekschrijfster tot een belangrijk besef: ze houdt van Rikus.
7 augustus 1943 – Nu het misschien te laat is. Ik zou mijn zorgen graag willen omschrijven maar dat durf ik niet. Veel denk ik het meest aan jou. Eens zul je dit misschien lezen, ik hoop het tenminste. Misschien dat we er later nog eens eens om kunnen lachen. Rikus, zou alles nog goed komen?
Aantekeningen als deze maken diepe indruk op Judith. ‘Ze was een gezonde meid en lag ineens maandenlang op bed. Zonder uitzicht. Door dit te lezen weet ik hoe ze het allemaal beleefde. Het is net of ik via een achteruitkijkspiegel naar mijn oma kijk.”
Op 9 augustus meldt Joeks dat haar broer ontslag heeft gekregen en nu ook gedwongen is onder te duiken.
Twee dagen later is ze in de halleluja-stemming.
11 augustus 1943 – De Witte heeft een brief van Rikus gehad. Ik moest de groeten van hem hebben waar ik erg verrukt over ben. Hij komt over 3 maanden op verlof. Ik hoop dat ik dan weer beter ben. Rikus komt terug bij me!!!

Verjaardag in oorlogstijd
Op 1 november 1943 realiseert Joeks zich dat ze nu al bijna vijf maanden op bed ligt. Ze heeft liggen luisteren naar de radio. Op haar zeventiende verjaardag is ‘een sloep achter de vuurtoren beschoten’. De Urker boot is teruggekeerd naar de haven, met twee gewonden aan boord.
De dagen worden weken, de maanden jaren.
In de zomer van 1944 regelt de huisarts dat Joeks kan kuren in Sanatorium Sonnevanck. Ze brengt hier een ‘saaie’ tijd door met lotgenoten, maar ook hier wordt ze geconfronteerd met de oorlogsdreiging die steeds diepere sporen trekt in de samenleving. Als haar moeder Joeks met de trein komt bezoeken wordt deze beschoten. De dreiging rond het gebied van het sanatorium ligt wordt heftiger.
Oktober 1944 – Vannacht ontzettend veel auto’s van de duitsers op het terrein gebracht, vandaag al de hele dag duitsers op het terrein vlak naast ons.
Als dit bericht Urk bereikt, aarzelt de vader van Joeks geen moment. Hij regelt een botter en haalt zijn jongste dochter op uit Harderwijk. Ziek of niet ziek, hij wil Joeks weer thuis hebben.

In januari 1945 zit Rikus nog altijd ver weg. Joeks heeft van zijn moeder te horen gekregen dat ze hem niet mag schrijven.
Pas in april slaat haar stemming om.
15 april 1945 – Een dag om nooit te vergeten. De Duitsers zijn weg!!! Sluis is ongebruikt gemaakt voor de Engelsen. Hiep hiep hoera. Nu mogen de Tommies komen.
18 april 1945 – Vannacht zijn er NSB’er opgepakt. De kerkklokken luiden, overal hangen vlaggen. God is ons genadig geweest. De moffenmeiden zijn kaalgeschoren.
20 April 1945 – De moffenmeiden moeten huizen schoonmaken waar de Duitsers hebben gewoond.
Joeks geeft weinig blijk van medelijden met de ‘moffenmeiden.’ Judith: “Ze heeft mij later verteld dat ze vanuit haar slaapkamerraam gezien heeft hoe een Duitser een oude man aansprak. Die knikte vriendelijk. De Duitser haalde uit en sloeg hem recht in het gezicht. Ze voelde zich zo machteloos toen.” Een incident op 19 april raakt Joeks ook diep.
19 april 1945 – Weer moffenmeiden opgehaald. Kogel doodde Jan Hakvoort.
Jan Hakvoort was een broer van Joeks’ schoonzus. Hij werd tijdens schermutselingen geraakt door een kogel uit het geweer van een politieman.
Zo eindigt de oorlog voor Joeks, die als 18-jarige vanuit haar bed aan de haven de bevrijdingsroes volop meebeleefde.
Joeks tweede, naoorlogse jeugd
Nadat Nederland is bevrijd ziet Joeks toekomst er zonniger uit. Ze knapt langzaam maar zeker op en wordt voller in haar gezicht. Wat Rikus betreft: die komt pas in 1946 terug van zijn omzwervingen door Rusland en Duitsland. Hij zal nadien nooit over zijn oorlogservaringen praten.
Judith: “Het enige wat ik te horen kreeg was dat hij de persoon die hem aanmeldde bij het leger later in Amsterdam tegenkwam. Hij hield Rikus staande omdat hij geen ventersvergunning had. Opa heeft die man opgepakt en door een etalageraam gesmeten. Toen de politie erbij kwam en hij uitlegde waarom hij zo kwaad was geworden lieten ze hem gaan.”

Joeks en Rikus trouwen op 25 augustus 1948. Het stel woont door de woningnood op Urk bij de ouders van Joeks in. Daarna verhuizen je naar de boerderij van Meindert Hakvoort aan de rand van het dorp. Joeks voelt zich er allesbehalve thuis; het is er ’s avonds stikdonker en het is te ver van de haven. Later kunnen Joeks en Rikus een huisje huren in Wijk 2, tot ze genoeg gespaard hebben om een huis aan de Akkers te kopen. Rikus behaalt zijn diploma als bloemist. Vanuit de schuur runnen de twee tot 1986 een bloemenzaak. Nadat Rikus een TIA krijgt verhuizen ze naar een appartement boven de Boni.
Zelfgekozen familie
De oorlog blijft voor zowel Rikus als Joeks een pijnlijk onderwerp. En ook het feit dat ze geen eigen kinderen krijgen. De leegte wordt gevuld met de komst van nichtje Joke Smit in het gezin. Zij wordt als een eigen dochter opgevoed. Joke’s kinderen, waaronder Judith, zijn als geadopteerde kleinkinderen dag en nacht welkom.

Joeks ontpopt zich als een tolerante oma, waar alles kan en mag. IJs maken, hutten bouwen in de kamer, het kan allemaal. “Net zoals ze deed vanuit haar bed in haar slaapkamertje in Wijk 1 en later in het sanatorium wist ze ook later mensen aan zich te binden. Ze verzamelde een zelfgekozen familie om zich heen”, vertelt Judith.
Joeks blijkt geen typische Urker huisvrouw te zijn. Ze houdt veel meer van lezen en handwerken dan van schoonmaken. Regelmatig is ze in de bibliotheek te vinden of ruilde boeken met haar kleindochters. “Als er seks in stond kregen we ze terug. Dat ging haar te ver. Eigenlijk was ze een levensgenieter. Mocht graag op vakantie gaan en maakte dan weer nieuwe vrienden die ze trouw bezocht. Eigenlijk heeft ze later in haar leven haar jeugd ingehaald, die getekend werd door oorlog en ziekte.”
Niet weggooien
Het dagboekje heeft Judith aan het denken gezet. “Eigenlijk is het ontzettend belangrijk om persoonlijke documenten voor het nageslacht te bewaren. Dankzij dit dagboekje voel ik dat oma nog een beetje bij me is. Des te ouder ik wordt des te belangrijker het voor me is. Haar woorden krijgen steeds meer betekenis voor me.” Judith roept mensen op om brieven en dagboeken niet weg te gooien, maar goed te bewaren.
Joeks stierf op 10 juni 2019. Judith was er tot het einde toe bij. “Het was heilig om zo naast iemand te mogen staan. Zwaar maar niet moeilijk. Ik kijk er heel warm op terug.” Tot het laatste toe wist Joeks mensen van zich te laten houden. De wijkverpleegster liet in de kerk haar telefoon aanstaan om het overlijden niet te missen. Het meisje dat de oorlog in bed doorbracht wist zich ook op haar sterfbed omringd door geliefden.

Dit verhaal werd eerder gepubliceerd in Het Urkerland van 21 december 2022
Geef een reactie