Een bezoekje aan tropisch eiland Urck? Een paar eeuwen geleden kon dat nog. Een prachtig eiland was het. In het oerwoud zwierven papagaaien en paradijsvogels, exotische vlinders, orchideeën, apen, koeskoes buideldieren en reuzenschildpadden. In de kleurrijke koraalriffen vond men scholen schorpioenvissen, tonijn en haaien.

Zo’n 12.000 km is het hemelsbreed van Urck, eiland in de Zuiderzee, naar Urck in de Stille Oceaan. Toch deelden de eilanden in de zeventiende en achtiende eeuw een gemeenschappelijke naam en een soortgelijke vorm. Maar daar hielden de overeenkomsten tussen de twee ovaalvormige eilanden mee op. Het Hollandse eiland Urck was verdeeld in een bewoond gedeelte en een relatief groot weideland. Het Indische Urck was een onbewoond eiland, bedekt met tropisch groen, waaronder peper-, kruidnagel- en nootmuskaatbomen.

Hoe kwam een tropisch eilandje aan de andere kant van de wereld aan de naam Urck?

Boven: Urck in de Zuiderzee zoals het in 1668 door landmeter Cornelis Koel werd getekend. Onder: Urck in de Stille Oceaan, nu Pulau Wor genaamd (bron: Amsterdams Archief / Google Earth)

Onlangs publiceerde Gert Jan Westhoff uit Genemuiden een interessant boek over ‘Heimwee eilanden’ als Urk. Op een kaart kwam hij de Oosterse eilanden Klein en Groot Geelmuiden tegen en wilde meer weten. Samen met zijn leerlingen, want Westhoff is ook leraar, deed hij onderzoek. Nadat het boek was verschenen stuurde Westhoff een mailtje naar de Stichting Erfgoed Urk. Of we interesse hadden in zijn onderzoek. Een paar dagen later zat ik bij hem in de huiskamer. Na het lezen van Westhoffs boek dook in het gedigitaliseerde VOC-archief. Langzaam maar zeker ontrafelde zich het mysterie van het tweede eiland Urck.

De platte aarde

Het verhaal begint, voor ons als Europeanen, in 1517, als de avontuurlijke Portugese zeevaarder Fernão Magalhães met vijf schepen Sevilla verlaat. De eigenzinnige avonturier heeft een uitzonderlijke missie: hij wil bewijzen dat de aarde rond is. Het kost hem grote moeite zeelui te vinden die zich niet laten weerhouden door hun angst van de ‘platte aarde’ af te vallen. Drie jaar later keert één schip met achttien overlevenden zwaargehavend terug. De missie heeft bewezen dat de aarde inderdaad rond is. Waar eerder de wereld eindigde liggen, zo vertellen de overlevenden, eilanden die rijk zijn aan specerijen.

Deze ‘specerijeilanden’ zijn de Molukken en Banda-eilanden. Tot in het midden van de 18e eeuw vormen zij de exclusieve bron voor peper, kruidnagel en nootmuskaat. Nederland wil een graantje, of korreltje, meepikken. In 1599 zeilt commandant Wijbrand van Warwijkck met zijn onderbevelhebber Jacob van Heemskerck op onderzoek uit.

Hoe kwam een tropisch eilandje aan de andere kant van de wereld aan de naam Urck?

Bij terugkomst vertelt Van Warwijkck over een vreemde vogel, de dodo, en over de natuurlijke schatkist die op de Indische eilanden is te vinden. In 1602 wordt de VOC opgericht, ‘s werelds grootste handelsonderneming ter wereld. Pieter Both, de eerste gouverneur-generaal van Indië, bouwt een fort in Jayakarta: Batavia. De eilandjes in de baai van Batavia krijgen stedennamen als Amsterdam, Enkhuizen en Middelburg.

Urk speelt een belangrijke rol in deze ontwikkeling. Amsterdam, de grootste thuishaven van de VOC, groeit uit tot internationaal handelscentrum. De handelsstromen concentreren zich op de Zuiderzee. Een verraderlijke zee, die zorgvuldig in kaart moet worden gebracht. Urk, met haar kerktoren en vuurboet, blijkt een cruciaal baken voor de spiegelretourschepen, galjoten en andere schepen die vanuit Amsterdam via Texel naar de specerijeneilanden varen. Als zeeschilder Willem van der Velde de Jonge rond 1665 door het val van Urk zeilt, maakt hij een tekening en noteert: ‘Hier moeten de zware schepen passeren die naar Teffel willen’.

Het is dankzij deze baken-functie dat Urk wordt beschermd door haar eigenaar, de stad Amsterdam. Een resolutie van de Staten van Holland concludeert in 1792 dat ‘die maar eenige kunde heeft van de route die de Schepen in Texel binnen vallende of derwaards gedestineerd moeten neemen, zal geredelyk moeten erkennen, dat dit Eyland boven alle contestatie onontbeerlyk is voor ’s Lands Navale Magt en generaale Commercie, de Oost-Indische Compagnie’.

Ook wordt Urk ingezet voor de verplichte quarantaine. VOC schepen liggen na terugkomst uit Azië twee weken in het Val van Urk, geheel afgesloten van de buitenwereld. Hier kan de bemanning worden gecontroleerd op mogelijke besmettelijke ziekten. Is iedereen gezond, dan kan het schip doorvaren naar Amsterdam, Hoorn of Enkhuizen.

Schatkamer-eilanden

Langzaam maar zeker brengt de VOC het gebied tussen de Indische en Stille Oceaan in kaart. De opvarenden van de spiegelretourschepen treffen een duizelingwekkend aantal koraaleilanden aan, sommige bewoond, anderen alleen rijk aan specerijen, exotische planten en dieren. Een voor een moeten ze er aan geloven: met een nieuwe Hollandse naam krijgen ze bekendheid als ‘heimwee eilanden’.

Een van de talloze koraaleilanden van Indonesie (foto Maurice Westrate, Flickr)

Wie zijn de bemanningsleden die de eer krijgen de koraaleilanden te vernoemen? Dankzij het gedigitaliseerde lijst van de opvarenden weten we dat in elk geval zestien Urkers zich aanmonsteren op een van de majestueuze VOC schepen. Daarnaast treffen we elf opvarenden met de achternaam Van Urk aan; zij hebben zich elders in de lage landen gevestigd.

Uit Urk monsteren Jan en Claas Ariaens zich aan, evenals eilandgenoten Cornelis Simonsz, Domis Cornelisz, Adriaan van Diepe(n), Florentius van Domsla en Jan van Urk. Een zekere Arnoldus schopt het tot oppermeester; de anderen werken als matroos, bosschieter oftewel kanonnier, soldaat, hooploper of lichtmatroos, timmerman of ‘jongen’. Ze varen op de schepen ‘Beverwijk’, ‘Catherina’, ‘Huis te Marquette’ en ‘Kasteel van Woerden’.

Van de zestien avonturiers vinden twee de dood als hun schip vergaat; negen andere Urkers komen op andere wijze te overlijden. Dit betekent dat van de zestien Urkers die hun geluk bij de VOC beproeven, slechts vijf levend terugkeren. Aan boord komen scheurbuik, malaria, beriberi, tyfus en dysenterie voor; gemiddeld overlijdt 20-25% van de zeelieden tijdens de lange reis naar het Oosten.

Een van de VOC-schepen, een galjoot, wordt naar Urk vernoemd. Het wordt in 1656 in Enkhuizen gebouwd en vergaat vijf jaar later op Formosa, het huidige Taiwan.

Toch verklaart dit niet hoe en wanneer een ovaalvormig koraaleiland in de Indische archipel naar Urk wordt vernoemd.

Galjoot ‘Friesland’, op een schilderij van Dirk Antoon Töpke (Collectie Zuiderzeemuseum)

De reis van Stippert

Westhoff gaat ervan uit dat we de vernoeming aan schipper Pieter Stippert hebben te danken. Stippert zeilt in 1687 met de Salland het eiland Halmahera rond. Dit eiland ligt tussen Celebes en de huidige provincie Papoea. Stippert zet het gebied letterlijk op de kaart. De eerste eilanden worden omgedoopt tot Ouwerkerke en Amstelveen. Medenblik, Volendam en Edam volgden. Vervolgens zijn Marken, Ens en Urck aan de beurt.

Afbeeldingen van Google Earth en oude zeekaart, bewerkt door Gert Jan Westhoff

Is het een Urker opvarende die de naam Urck suggereert? We weten het eigenlijk niet; tot nu toe zijn alleen scheepsregisters uit de achttiende eeuw gedigitaliseerd. Herinnerde Stippert zich het kleine strookje land waar hij langs zeilde toen hij vanuit Amsterdam over de Zuiderzee richting Texel voer? Of pakte hij er eenvoudigweg de ‘bosatlas’ van die tijd bij?

Wat we wel weten is dat sommige namen tot op de dag van vandaag worden gebruikt. Geelmuiden en Hasselt nog altijd op sommige kaarten te vinden. Urck werd nog lang in scheepsjournaals en biografieën genoemd. Bijvoorbeeld in de herinneringen van dominee en schoolopziener S. Roorda van Eysinga en de Zeemans-Gids van James Hornsburgh.

In de eerste helft van de vorige eeuw kregen Urck en andere heimwee-eilanden een nieuwe naam.  

Menselijk leed

Hoe vergaat het de ‘heimwee eilanden’ onder Hollands bewind? Niet bepaald voor de wind. Voor de eilandbewoners staat het VOC-tijdperk in het teken van uitbuiting, honger en conflict. Hun internationale kruidenhandel valt stil. De exclusieve afnemer is de VOC, niet bepaald niet een royale betaler. 

De plaatselijke bevolking van de zuidelijker gelegen Banda eilanden wordt in 1621 door Jan Pieterszoon Coen uitgemoord, en vervangen door slaafgemaakten uit Madagaskar en Indiërs. Geschat wordt dat de VOC tussen de 660.000 en ruim een miljoen mensen verhandelt of verscheept. Om specerijensmokkel tegen te gaan vernietigt de VOC vanaf 1650 alle kruidnagel-plantages die niet in Nederlandse handen zijn.

De specerijen die Nederland als koloniaal imperium koste wat kost in handen wilde hebben (foto Galei Ega, Wikipedia)

Dit menselijke leed blijft het eiland Urck bespaard, maar wellicht wordt het tropische speldenprikje op een andere manier geplunderd. De VOC handelt namelijk ook in exotische dieren. Kaketoes, papegaaien, apen en hertjes worden in het wild gevangen, ingescheept en in Europa verkocht.

Gelukkig komt steeds meer aandacht voor de duistere kant van Nederlands’ koloniale geschiedenis: de slavernij en de uitbuiting. Het verdriet van de Molukkers en de onrust van de Papoea’s is deels te verklaren uit de manier waarop onze staat met de Indische eilanden omging.

Urck heet nu Pulau Wor, het eiland Wor. Het was en is een eenzaam koraal-eilandje, dat af en toe bezoek krijgt van lokale families (wellicht om een netje uit te zetten) en van toeristen die komen duiken of snorkelen.

Gelukkig zorgen de eilandbewoners van de Indische archipel ervoor dat Pulau Wor wordt onderhouden en haar natuurpracht behoudt. Wie weet worden de rollen nog eens omgedraaid en vernoemt Urk het eiland. De Pulau Wor-straat, klinkt best goed.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in de kersteditie van Het Urkerland, 2020.